Weerzien
"En wie weet is het met deze stukjes net als met sommige patiënten: komen ze na een paar jaar ineens weer eens langs, zeggen: "o ja, dat weet je natuurlijk nog niet, in de tussentijd is er zoveel gebeurd..." en we pakken de draad weer op, meestal op een plek waar we destijds nog helemaal niet aan durfden denken."
Dit schreef ik 12 jaar geleden, en ik moest er kort geleden ineens aan denken. Iemand die 19 jaar geleden voor het laatst bij me was geweest nam weer contact op. Niet dat ik haar meteen herkende, ze had een andere naam dan toen. Een ander beroep. Een andere woonplaats. Een andere partner. Een andere manier van in het leven staan. Andere vragen. “O, hij is wel een stuk ouder geworden...”, had ze gedacht toen ze mijn foto op de website had gezien. “O ja, ik ben zelf ook een stuk ouder dan toen...”. Nee, die migraine was nooit meer teruggekomen, en het leek er op dat ook die andere veranderingen deels mogelijk waren geweest door wat er in de acupunctuur zoal was aangeraakt. We gaan zien wat er deze keer wil veranderen, uiterlijk en/of innerlijk. Weerzien.
Ook mijn leven is in die tijd flink veranderd. Zelfde woonplaats, zelfde beroep, zelfde partner. Zelfde manier van in het leven staan? Ja en nee. Zelfde vragen? Nee, gelukkig zijn sommige vragen beantwoord. En sommige blijven, maar komen van tijd tot tijd terug in een andere vorm. Ik geloof dat het mogelijk is om nieuwe columns te schrijven. Bijna 17 jaar geleden begon ik daarmee, bijna 12 jaar geleden stopte ik. De titel “zeker weten...?” klopte niet meer, ik wilde niet meer mild de spot drijven met schijnzekerheden, maar wist ook niet goed hoe ik kon beschrijven wat ik, op een onderzoekende manier, en tegelijkertijd vanuit een innerlijk weten, werkelijk waardevol vond. Weerzien.
Op dezelfde dag dat die niet zo heel oude, maar wel een stuk oudere, oude bekende opdook sta ik met drie verschillende mensen in hun consult stil bij wat voor hen een moeilijk ‘weerzien’ is. Alledrie ze hebben een behoorlijk ‘rugzakje’: denk aan adoptie, kindertehuizen, geweld, verwaarlozing. Ze zijn ondanks dat redelijk stevig in het leven komen te staan: werk, kind, partner, huis. En ze merken dat hun lijf en hun emoties steeds vaker laten weten dat er ‘nog iets zit’. Ze hebben mijn praktijk uitgekozen omdat ze het gevoel hebben dat acupunctuur, op de manier zoals ik die aanbied, kan helpen om daar minder last van te hebben. Nu is ‘minder last hebben’ een heel dubbelzinnige term. Ik gebruik hem hier heel bewust, want die dubbelzinnigheid is eigen aan de situatie. Een deel van hen wil het liefste dat datgene wat er ‘nog zit’ weer veilig achter de deur gaat waar het al die jaren heeft gezeten. Dat zou je het overlevingsdeel, het vertrouwde ‘nee!’ kunnen noemen. Een ander deel beseft dat het dichthouden van die deur inmiddels zoveel van lichaam en ziel vraagt dat het misschien wel beter is om achter de deur te gaan kijken. Dat zou je een voorzichtig ‘ja!’ kunnen noemen, een vermoeden van de mogelijkheid tot leven-in-plaats-van-overleven.
Bij hulpverleners, ook acupuncturisten, herken ik die twee delen ook. Een deel van de hulpverleners is zich niet eens bewust van de invloed van geweld, verwaarlozing. Sommige huisartsen beweren bijvoorbeeld dat huiselijk geweld in hun praktijk niet voorkomt. Veel hulpverleners zijn zich er wel van bewust, maar zijn van mening dat het niet hun taak is om hier aandacht aan te besteden. Of ze ervaren wel de wens om hier iets aan te doen maar denken / beseffen dat ze daar niet de handvatten voor hebben. En dan zijn er nog hulpverleners die zó graag mensen willen helpen dat ze, desnoods maar zonder handvatten, pretenderen dat ze met hun methode ‘heling’ kunnen bevorderen. Dat laatste gaat soms goed, maar vaak ook niet. Hoe sterker de claims, hoe dubieuzer, zou ik zeggen. Met al deze hulpverleners kom je dus niet echt verder, als je lijf en je emoties beginnen te melden dat er ‘nog iets zit’.
Twintig jaar geleden wilde ik al heel graag mensen begeleiding bieden in helingsprocessen. Dat wil ik nog steeds. Het verschil tussen toen en nu is dat ik dit niet alleen graag wil, maar gelukkig ook geleerd heb. Eén van de dingen die ik geleerd heb, niet alleen in theorie, maar ook in de daadwerkelijke ontmoeting, is dat zo’n weerzien met gebeurtenissen en daadwerkelijk vergeten ervaringen iets is wat alleen zonder her-traumatisering mogelijk is als iemand voldoende aanwezigheid kan ervaren om zelf te gaan kijken. Zoals één vrouw het verwoordde: “Destijds in de therapie werd er naar hartelust in de wond geroerd, maar hij ging er alleen maar meer van pussen.” De methode was misschien niet verkeerd, maar er werd niet gekeken of zij bereid was, in staat was, om uit eigen vrije wil achter de deur te gaan kijken. Om die bereidheid en capaciteit te herkennen en iemand daarin te ondersteunen moet je als hulpverlener vaardigheden opdoen, zelf weet hebben van de soms pijnlijke processen die er kunnen optreden. Je moet geduld hebben, steeds opnieuw durven luisteren, durven uitspreken wat je opvalt, je durven laten raken. Dat is een heleboel ‘durven’: hier is moed voor nodig. En beseffen dat jouw bereidheid om die ander te begeleiden in zijn of haar proces de dubbelzinnigheid / tweestrijd bij die ander niet wegneemt.
Twintig jaar geleden was ik geschokt als iemand na een aanvankelijke openheid over pijnlijke ervaringen de deur weer keihard dichtgooide. Het is ook wel gebeurd dat ik in zo’n situatie, vanuit mijn eigen geschoktheid, aan die deur ging rammelen of zelfs bonken: doe nou open! Als jij diegene was: vergeef me alsjeblieft. Ik moest zelf nog leren om achter mijn eigen deuren te kijken. Bij degene die ik nu na 19 jaar opnieuw ontmoette speelde dit gelukkig niet. En bij degenen die nu in mijn aanwezigheid en in hun eigen leven de voor hen pijnlijke gebeurtenissen in hun eigen tempo opnieuw onder ogen zien lijkt dit ook niet te spelen. Sterker nog: gaandeweg worden niet alleen pijnlijke gebeurtenissen weer meer zichtbaar, maar ook authentieke verlangens en de mogelijkheid om op een dieper niveau betekenis te ervaren. Ook dat is ‘weerzien’!
Koos van Kooten
oktober 2019