Verwachtingen
Wat is een ideale behandeling? Wanneer is een patiënt tevreden? Is tevredenheid een belangrijke maatstaf voor het succes van een behandeling? Is er verschil tussen krijgen wat je wilt en ontdekken wat je echt nodig hebt? Overwegingen over verwachtingen, verlangens en teleurstelling.
Tevredenheid als maat der dingen?
Iedereen tevreden
In de meeste acupunctuurboeken staat één soort behandelingen beschreven. De behandelaar weet de juiste invalshoek te kiezen, aan de hulpvraag van de patiënt (meestal de vraag om vermindering van klachten) wordt adequaat tegemoet gekomen, in de loop van een aantal behandelingen gaat het steeds beter met de patiënt en deze neemt dankbaar afscheid. "On follow-up" blijkt de patiënt nog steeds klachtenvrij. Wow!
Voor de duidelijkheid: ze bestaan, zulke behandelingen. Ook in mijn praktijk (en de uwe, hoop en verwacht ik) zijn er mensen blij en dankbaar voor de veranderingen die zij onder invloed van een behandeling doormaken. Wel vraag ik me zoals gebruikelijk een aantal zaken af, zoals: is de echte hulpvraag wel de vraag om vermindering van klachten? is het feit dat het beter gaat met de patiënt uitsluitend toe te rekenen aan de juiste acupunctuur- of kruideninvalshoek of spelen er nog andere factoren mee? wiens tevredenheid is er eigenlijk belangrijker, die van de patiënt of die van de behandelaar, en gaat het eigenlijk wel om tevredenheid? Maar even los daarvan: ze bestaan dus. En gelukkig maar, want het zou niet best zijn als iedereen teleurgesteld of zelfs gillend weg zou lopen. Ik zou me in ieder geval behoorlijk achter mijn oren gaan krabben als dat vaak voorkwam.
Verwachtingen
Iedere hulpvrager hoopt of verwacht zo zijn eigen dingen van een behandelaar. Een aardig geheugensteuntje is voor mij een soort lijstje over wat verschillende 'types' uit de Vijf Elementen acupunctuur verwachten van anderen, dus ook van een behandelaar, juist omdat het voor henzelf moeilijk is om met die kwaliteit in zichzelf voeling te krijgen. Een Hout-type verwacht leiding en hoop, een Vuur-type verwacht onvoorwaardelijke liefde en contact, een Aarde-type verwacht zorg en medeleven, een Metaal-type verwacht respect en inspiratie en een Water-type verwacht veiligheid en geruststelling. Lastig daarbij is wel, dat dat tegelijkertijd de lastigste punten voor deze verschillende types zijn. Als iemand behoorlijk in nood is - en dat zijn veel mensen die bij je komen immers - komt het nogal nauw. Een Aarde-type voelt feilloos aan of je zorg echt is - en haakt innerlijk af zogauw dat niet zo is. Helaas haakt een Aarde-type ook nogal eens af als je zorg wel echt is, omdat hij of zij die zorg niet kan toelaten. Een Hout-type test als het ware voortdurend of jij wel weet waar de weg naar toegaat, of je wel een toekomstvisie hebt voor de behandeling. Enige twijfel op dat punt kan al betekenen dat hij of zij het elders gaat zoeken. Voor mij is het een hele uitdaging geweest - en steeds opnieuw - om mijn neiging tot "enerzijds - anderzijds, en wat vind je er eigenlijk zelf van" bij sommige mensen te laten varen en tegen Hout-types gewoon te zeggen: "zo zit het volgens mij, wat je nu tegenkomt is een verandering die misschien niet leuk is, maar die in het proces van beterworden belangrijk is". Bij een ander is dat juist absoluut 'not done'. Een Metaal-type zal dit misschien beschouwen als een gebrek aan respect, een Aarde-type kan concluderen dat je echt niet snapt hoe moeilijk hij of zij het heeft, etc.
Wat heeft iemand echt nodig?
Het zal duidelijk zijn dat het bovenstaande geen recept is. Voor mij helpt het om me af en toe bewust te worden van wat iemand echt nodig heeft - en tijdelijk in mij zoekt, totdat ik hopelijk in staat ben om hem of haar te helpen dat vooral in zichzelf te vinden. Het lijstje heeft mij vooral geholpen om in te zien dat dat voor iedereen anders is. Aan mij dus de uitdaging om voeling te krijgen met die behoefte. Mijn ervaring is dat, als je contact kunt leggen op dat niveau, bijna iedereen zich beter gaat voelen, en welke behandeling dan ook veel en veel beter aanslaat.
En wanneer dat niet lukt, soms door mijn hopelijk steeds minder grote blinde vlekken, soms omdat iemand er echt niet aan toe is, gaat het meestal fout op dat punt. Zo kán een Hout-type iedere vraag als een aanval zien, waarop uitsluitend verdediging mogelijk is. Zo kan een Aarde-type het feit dat ik vergeten ben om het papier op de behandeltafel meteen na het vorige consult te verversen zien als een gebrek aan zorg. Zo kan een Metaal-type een directe vraag naar de andere kant van haar nogal zwart-witte visie op mensen opvatten als een gebrek aan respect. En een Vuur-type kan dusdanig schrikken van oprechte belangstelling dat vervolgens alle beschermingslinies extra hard worden opgetrokken.
Wat verlang ik van mijn patiënten?
Aan mij de uitdaging om steeds beter aan te voelen wat iemand echt nodig heeft. Dat betekent dat ook ik me bewust moet worden van mijn verlangens en behoeften. Iedere behandelaar heeft zijn eigen valkuilen. Er heeft wel eens iemand de behandeling beëindigd omdat ze het gevoel had dat ik verwachtingen had waar zij niet aan kon voldoen. Toen ik vervolgens bij mezelf naging wat die verwachtingen dan wel waren besefte ik dat ze gelijk had. Mogelijk omdat ze dezelfde voornaam had als iemand waar ik heel vroeger verliefd op was geweest kreeg zij een groot deel van dat onvervulde verlangen voor haar kiezen (wat overigens niet zozeer met sex, maar veel met wezenlijk contact te maken had). Tja, da's wel wat veel als je gewoon van pijn in je elleboog afwilt.
Iedere behandelaar heeft onbewuste drijfveren en verlangens die door sommige patiënten extra worden getriggerd. Ja, een behandelaar van het Vuurtype zoekt wezenlijk contact (en gaat soms met de moed der wanhoop erg ver om dat te krijgen), een Aarde-type zoekt zorg (en geeft vaak veel te veel in de onrealistische verwachting dat het ooit wel terugbetaald zal worden, het 'hulpverlenerssyndroom'), een Metaaltype zoekt perfectie (en veroordeelt vervolgens imperfectie), een Watertype zoekt veiligheid (vaak in de vorm van zekerheid en macht) etc. En dat zijn dan alleen nog maar de stereotypen, of beter gezegd stukjes daarvan. Want onder elke drijfveer zit een verlangen, en onder elk verlangen zit een wond. Pas als ik als behandelaar durf te leven met dat verlangen en die wond hoeft een patiënt (of mijn partner of mijn kinderen of de buurman) niet meer te dienen als opvulling van mijn onvervuld verlangen en kan ik mensen wezenlijk helpen.
Ontevredenheid als mogelijkheid tot groei
Als je een zekere vrijheid hebt ontwikkeld als behandelaar hoeft de (vermeende) ontevredenheid van de patiënt niet altijd tot het einde van de behandeling te leiden. Op het juiste moment helpt het mij soms erg om bijvoorbeeld te zeggen (tegen een Hout-type): "oké, jij wilt van mij precies weten hoe het in elkaar zit en hoe de behandeling verder zal verlopen; ik weet dat niet zo precies als je van mij lijkt te willen weten; het lijkt erop dat je het moeilijk vindt om rustig af te wachten hoe dingen zich in de loop van de tijd ontwikkelen, klopt dat?" Zo kan bijvoorbeeld ook de flexibiliteit van het Hout weer meer in beeld komen. Zoiets lukt echter alleen als ik in staat ben om de impliciete aanval of uitdaging te herkennen, daar niet van ondersteboven te raken en met de flexibiliteit van Hout te beantwoorden.
Of tegen een Aarde-type: "ik hoor je zeggen dat ik niet goed genoeg voor je zorg en dat anderen dat ook niet doen; zou je je kunnen voorstellen dat je goed voor jezelf zou gaan zorgen?" En zo'n confrontatie kan alleen als je zelf de zorgende kwaliteit in jezelf herkent. Als je immers vanuit irritatie handelt is het over en uit. Maar over het algemeen gaat er wel een aantal consulten overheen voordat zulke voorzichtige ombuigingsoperaties mogelijk zijn. En niet iedereen wil of kan dergelijke suggesties aannemen. Soms betekent dat dan ook het einde van de behandeling.
Als iemand die vraag wel op kan en wil pakken verandert het perspectief van de behandeling ingrijpend en ten goede. Beide partijen winnen aan vrijheid en er ontstaat meer duidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is. De patiënt voor zijn of haar helingsproces, ik voor een zo goed mogelijke acupunctuur- of kruidenbehandeling en voor onvoorwaardelijke aanwezigheid zolang die aanwezigheid nodig en gewenst is.
Koos van Kooten
augustus 2006