www.benshen.nl

Acupunctuur en menselijke ervaring


Benshen > Columns > Vereniging tegen Kwakzalverij

Vereniging tegen Kwakzalverij

In 1971 verscheen er in de New York Times een artikel onder de titel "Let me tell you about my appendectomy in China", van de hand van James Reston. Het luidde de zegetocht van de acupunctuur in het Westen in. Met een knipoog hiernaar: "Let me tell you about my meeting with the Vereniging tegen Kwakzalverij".

Forumdiscussie

Eén dag nadat drie artsen door het Medisch Tuchtcollege al dan niet tijdelijk uit hun beroep werden gezet vanwege hun handelwijze tijdens de behandeling van een bekende inmiddels overleden actrice vond er in de Gemeentebibliotheek van Utrecht een forumdiscussie plaats over "Alternatieve geneeswijzen - Zin of onzin?". Het spannende hieraan was, dat er behalve een homeopatisch arts, twee acupuncturisten (waaronder ikzelf) en de gespreksleider ook een bestuurslid van de Vereniging tegen Kwakzalverij meedeed. 

Ik moet eerlijk toegeven dat ik in eerste instantie het voorstel om te gaan discussieren met iemand van deze vereniging resoluut afwees. "Ik discussieer niet met fundamentalisten", was mijn eerste reactie. Na een paar nachtjes slapen draaide ik wat bij en toen bleek dat er ook een deskundige gespreksleider zou zijn heb ik mijn medewerking toegezegd. 

Wat gebeurt er bij u als u geconfronteerd wordt met de meningen van de antikwakzalvers? Ik ken nogal wat mensen bij wie de gal uit hun oren komt als de naam van de voorzitter van de Vereniging valt. Het is ook bepaald niet leuk om als min of meer integer acupuncturist te worden vereenzelvigd met oplichters en bedriegers, een "zwakke broeder" te worden genoemd die zijn artsenbul zou moeten inleveren, ach u kent deze retoriek allemaal wel, en zult zich er beslist af en toe aan geërgerd hebben. 

Maar ergens gebeurt er toch iets vreemds, besefte ik in de aanloop naar deze discussie. Vóór je er erg in hebt loop je alleen nog maar te roepen: "maar ik ben helemaal niet zo als u beweert dat ik ben". Of in allerlei variaties daarop: "maar wat ik doe werkt juist wel heel goed, het is zelfs bewezen (hier dan een citaat uit een wetenschappelijk tijdschrift)" of "onze methode werkt echt beter dan placebo" of "maar ik verdien helemaal geen grof geld over de rug van wanhopige patiënten". En, besefte ik, daarmee hebben antikwakzalvers je dus precies waar ze je willen hebben: in de beklaagdenbank, en je bent schuldig tot je het tegendeel bewezen hebt, en dat dat niet zal lukken staat bij voorbaat vast. 

Met dat besef besloot ik dat er niets anders opzat dan in die discussie te laten zien wat voor mijzelf belangrijk is aan mijn manier van werken, waar acupunctuur een belangrijk deel van uitmaakt. Wanneer mij daartoe niet de gelegenheid zou worden geboden zou er nog tijd genoeg zijn om dat gebrek aan respect en ruimte te benoemen en zichtbaar te maken. 

En toen kwam de uitspraak van het Medisch Tuchtcollege. In zeker twee van de drie 'gevallen' leek me dat een volkomen terechte uitspraak, maar wat me erg verontrustte was de toon van de commentaren op televisie en in de krant. Enigszins kort door de bocht: "het jachtseizoen is geopend". Immers, dit waren weliswaar uitwassen, maar nu moest de bezem maar eens door het alternatieve circuit. Oeps. Daar gaan we weer. Alle reflexen op scherp. En ik besefte - na een deels doorwaakte nacht - dat ik me eigenlijk aan het verdedigen was tegen mijn eigen gevoel van geen-bestaansrecht-hebben. Dat scheelde een slok op een borrel. Als ik dat gevoel - dat er mensen zijn die jou liever weghebben - kan accepteren, merkte ik, dan houd ik een hoop energie over voor wat er echt toe doet.

Integere motivatie

Toch wel enigszins gespannen betrad ik de Gemeentebibliotheek. Ik was niet de enige die het eng vond, bleek. De homeopathen hadden zich grondig voorbereid, mijn collega-acupuncturist had ook een paar punten waar hij wel wat op wilde zeggen en ja, dan was er toch echt ook de 'tegenstander van', in de persoon van Kees van der Smagt, gepensioneerd huisarts en al jaren bestuurslid van de Vereniging tegen Kwakzalverij. Hij kreeg als eerste het woord van de voorzitter om zichzelf te introduceren. En wat mij trof was de motivatie die hij aangaf om voor deze Vereniging te kiezen: hij had tijdens zijn werk als huisarts mensen meegemaakt die door (malafide, zou ik er bijzeggen) alternatieve behandelaars misleid waren en wie valse hoop was voorgespiegeld. Deze motivatie leek mij geheel oprecht. Daar kwam bij dat hij in mijn ogen weliswaar nogal uit de hoogte een oordeel over 'ons' leek te hebben, maar niet de intentie leek te hebben de andere deelnemers van de aardbodem weg te willen vagen. Nadat ook de anderen zich voorgesteld hadden begon de discussie. Wellicht doe ik ons geen recht wanneer ik zeg dat deze zich gedurende het grootste deel van de tijd langs nogal voorspelbare wegen voltrok. Echt leuk werd het voor mij pas toen het befaamde placebo-effect om de hoek kwam. Want: is homeopathie beter dan placebo? Is acupunctuur beter dan placebo? En deugen de onderzoeken waarop beide zijden zich beurtelings beroepen? Ik dacht: "dan maar even de knuppel in het hoenderhok" en zei: "ik ben een groot fan van het placebo-effect en maak er graag optimaal gebruik van." Waarna nog wat opmerkingen over dat een behandelaar die in zijn eigen methode gelooft en daarmee aansluit bij wat de patiënt aan betekenis (in zijn leven) zoekt waarschijnlijk een groot deel van het gewenste effect al binnen heeft.

We waren het eens dat we het niet eens zouden worden

Of hij precies op deze opmerkingen doelde weet ik niet, maar na de discussie zei Kees van der Smagt tegen me: "eigenlijk heb je wel gelijk met wat je net zei." Hij voegde er meteen aan toe dat ik de patiënt desalniettemin toch niet met methoden zou moeten behandelen die niet bewezen werkzaam waren. Ik zei dat, wanneer het in mijn behandelingen voor mijn patiënten werkt, die met hun volle verstand voor mijn manier van werken kiezen, mij dat voldoende bewijs leek voor mijn patiënten omdat zij niet geïnteresseerd zijn in statistiek maar in hoe ze zich zelf voelen. We waren het erover eens dat we het over dit punt niet eens zouden worden. Wel waren we het erover eens dat de veroordelingen in de 'zaak Millecam' (nou heb ik tóch die naam gebruikt...) terecht leken. Dit leek hèm nou weer te verrassen. 

Ik ging als een ander, enigszins verward, mens de Gemeentebibliotheek weer uit. Want tja, als iemand die ik toch min of meer als een vijand beschouwde ineens gewoon een mens met een andere mening blijkt te zijn, dan mis ik vervolgens wel een stuk houvast. Als ik kan zien dat die mens uit oprechte betrokkenheid (te) algemene conclusies trekt die ik van zijn leven niet zal delen dan blijkt de wereld ineens een stuk minder duidelijk in elkaar te zitten dan ik wel dacht. Schrijf je al jaren stukjes onder de titel "Zeker weten?", blijkt er iets wat ik zeker meende te weten toch weer wat anders te zitten. 

Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven. 

Koos van Kooten
juni 2006

© Koos van Kooten, De Kraanvogel – Acupunctuur, 2003 – 2023