Punten kiezen
In ieder acupunctuursysteem zijn er enkele veelgebruikte punten. Over het algemeen zijn dit punten met ofwel een heel brede werking, ofwel met een heel specifieke werking op een veelvoorkomend patroon. In de verschillende systemen die ik in de loop der jaren heb leren kennen zijn het er tussen de twintig en vijftig. Dat betekent dat er, even afgezien van extra punten en Ah Shipunten, nog steeds meer dan driehonderd punten overblijven die zelden gebruikt worden. Of misschien wel nooit gebruikt worden. Hoe kiest u uw punten?
Bij een bepaalde klacht altijd dezelfde punten
Zo zijn we officieel natuurlijk niet opgeleid, maar ik vermoed dat niet iedereen zich na zijn opleiding ver weet te houden van recept-acupunctuur. Mits gepaard gaand met enige kennis van het meridiaanstelsel kan het ook niet zoveel kwaad, en of het veel goed doet hangt ervan af wat je als 'goed doen' beschouwt. Over het algemeen geeft het soort klacht niet zo veel informatie over het onderliggende patroon, dus ik vermoed dat je op deze manier vooral bezig bent met symptoombestrijding. Daarmee laat je veel mogelijkheden van de acupunctuur liggen.
Iedereen (bijna) dezelfde punten
Er is een tijd geweest dat ik vermoedelijk bij driekwart van de mensen geen andere punten gebruikte dan laten we zeggen Dikke Darm 4, Lever 3, Milt 6, Maag 36, Galblaas 34, Ren Mai 4 en 6, Long 7 en Pericard 6. Vooruit: Galblaas 20 en 21 en Yin Tang. Twaalf punten. En dat tot volle tevredenheid van vele patiënten. Ik overdrijf een beetje wat betreft het kleine aantal punten, maar ook maar een klein beetje. Dit zijn natuurlijk ook echt 'grote' punten met een brede en diepgaande werking. Afgaande op wat collega's mij in de loop der jaren verteld hebben over hun puntkeuzes ben ik denk ik bepaald geen uitzondering. In de jaren dat mijn puntenrepertoire dus klein was heb ik deze punten wel zeer grondig leren kennen, en heb ik vooral veel geleerd op het gebied van zinvol combineren van punten. Ik heb leren differentiëren naar TCM-patronen en heb daar eigen accenten in leren leggen. En ik heb geleerd wat acupunctuur kan doen met mensen: met name wat het verminderen van stagnaties teweeg kan brengen.
Bij een bepaald pols- of buikbeeld bepaalde puntencombinaties
Bij TCM-acupunctuur loopt de overgang van diagnose naar behandeling vaak via een nogal mentaal proces: wat is de diagnose, wat moet dan het behandelprincipe zijn, wat de strategie en wat de puntkeuze. Niet iedereen zal het met me eens zijn, maar ik vind zelf dat deze manier van punten kiezen meer lijkt op het samenstellen van een kruidenformule (al werkt ook dat alleen goed als je combinaties van kruiden hebt leren hanteren). Daar wreekt zich wat mij betreft het kruiden-acupunctuurmengsel van de TCM.
Acupunctuur kan veel en veel subtieler en gerichter zijn. Andere acupunctuurscholen kiezen hun punten dan ook anders. Zo zijn er verschillende vormen van Japanse acupunctuur, die weliswaar verschillen in hun benadering, maar één ding gemeenschappelijk hebben: de nauwkeurigheid waarmee palpatiegegevens (pols, buik, alarmpunten etc.) worden omgezet in een puntkeuze. Na de gekozen behandeling wordt doorgaans meteen gekeken of de palpatiegegevens verbeterd zijn.
Van deze aanpak heb ik veel geleerd, en het werkt doorgaans ook fantastisch snel en goed. Zowel voor mij als behandelaar als voor de patiënt is de directe verbetering in soepelheid van de buik of de afname van pijnlijkheid van alarmpunten een opsteker. Hoewel subtiel is deze aanpak dus zeer concreet en tastbaar. Het aantal gebruikte punten loopt - doordat er relatief veel duidelijk onderscheiden basispatronen zijn - ook flink op, bijvoorbeeld tot zo'n 30 (bij meridiaantherapie) en ca. 40 (Manaka-systeem). Dan gaat het alleen om de 'root-treatment', hierna komt zo nodig ook symptoomgerichte behandeling in beeld.
Enigszins verwant aan meridiaantherapie is Vijf Elementenacupunctuur. In de Vijf Elementenacupunctuur begint een behandeling (na het vaststellen van het constitutionele type) met het opsporen en behandelen van behandelblokkades. Daarvoor zijn bijna 50 punten mogelijk. Na het opruimen van de blokkades begint de behandeling op het constitutionele type, en die begint doorgaans vrij eenvoudig: bronpunten (10 stuks, later evt. + 2). Totaal ongeveer 60 punten die je kunt prikken, uitgaande van redelijk objectief vast te stellen gegevens.
En dan?
Mijn indruk is, dat je met een acupunctuursysteem met vaste puntencombinaties dat je goed beheerst bij de meeste mensen zo ongeveer in vier tot tien behandelingen een behoorlijke 'fundering' kan leggen: de grootste 'blokkades', 'stagnaties' en 'leegtes' zijn vermoedelijk opgeruimd.
En dan wordt het spannend. Al die mooie systemen, waarbij je op basis van pols-, buik- of alarmpuntdiagnose je behandeling bepaalt werken hartstikke goed. Maar - gesteld dat er automaten bestonden voor het palperen van pols, buik of alarmpunten en vervolgens voor het op de juiste wijze plaatsen en weer verwijderen van naalden - een robot kan het ook. Gelukkig bestaan die automaten niet, want in al die tijd dat je bezig bent met vragen, voelen, behandelen ben je als behandelaar in de positie om heel veel te weten te komen, om je als het ware af te stemmen op wat er aan de hand is en wat er nodig is. Niet dat iedere behandelaar dat zo zal zien, of optimaal van deze mogelijkheid gebruik maken.
Het punt waar het om draait
Een spannende vraag kan - al vanaf het begin van een behandeling - zijn: wat is het éne punt waar het bij deze patiënt om draait? Laatst las ik in een boek van een kruidengeneeskundige: "je weet pas welk kruid geschikt is voor deze specifieke patiënt als het kruid je dat in een droom heeft laten weten". Wat mij betreft hoef ik het "in een droom" niet letterlijk te nemen. Vermoedelijk zijn er andere manieren om er achter te komen welk acupunctuurpunt voor deze patient de 'Ling Shu', de 'pijler van de Ling' is. Welk punt zou deze patient in contact kunnen brengen met zijn of haar lotsbestemming?
Vervolgens is natuurlijk wel de vraag: moet je dat punt dus maar gewoon prikken? Soms misschien wel. Meestal waarschijnlijk niet. Bijvoorbeeld omdat er nog veel te veel 'rotzooi' omheen zit (waar die vaste puntencombinaties zo goed voor werken). Of omdat alleen het je bewust zijn van het belang van dat punt al een verandering teweeg brengt. En meestal omdat de weg naar de plek waar de hemel de aarde raakt (Ling Shu) een labyrint is en de zoektocht van groter belang is dan het eindresultaat.
Ook tijdens die zoektocht kan het goed zijn om je als behandelaar af te stemmen op de energie van de patiënt. Bij mij werkt het - als het gaat om puntenkeuze - goed om me de patiënt voor te stellen of ontspannen mijn blik over de patiënt te laten gaan met de vraag: welk punt wil of welke punten willen er vandaag geprikt worden? Vaak komt er een verrassend 'antwoord'. Verrassend in de zin van: aan dat punt zou ik nou nooit gedacht hebben. Dit is dus geen mentaal proces. Verrassend ook omdat mensen vaak zeggen: dit is heel erg raak. Of 'alleen maar' omdat iemand na het prikken van dat punt ineens warme voeten krijgt.
Vaag?
Zelf kan ik me behoorlijk ergeren aan mensen die (á la Jomanda) dingen 'doorkrijgen' en daar vergaande conclusies aan verbinden. Ik ben dan ook blij met de behoorlijk concrete handvaten die de verschillende acupunctuursystemen mij bieden om een basis te leggen in een behandeling. Tegelijk kan ik niet om de ervaring heen dat een behandeling pas betekenisvol wordt wanneer ik bereid ben om welk systeem dan ook te verlaten en me af te stemmen op wat er werkelijk speelt. Welke vorm dat 'afstemmen' krijgt is een heel individuele aangelegenheid, die ook voortdurend verandert. Voor een buitenstaander is het vertrouwen op niet-objectiveerbare informatie misschien 'vaag'. In de concrete werkelijkheid van een behandelrelatie kan dergelijke 'vage' informatie het verschil maken tussen een technisch perfecte acupunctuurbehandeling en acupunctuur als hulpmiddel bij wezenlijke veranderingsprocessen.
Koos van Kooten
oktober 2006