Wondermeridianen
over de onderstromen in het landschap van ons lichaam
door Guus Martens, Tilburg, Sigma, 2003, ca. € 18,-
De Qi Jing Ba Mai of 8 buitengewoon wonderbaarlijke en ongerijmde meridianen spreken sterk tot de verbeelding, bij mij in ieder geval wel. Als er dus een boek verschijnt over deze banen, dan wil ik dat lezen. Zo kwam ik al bij Birch en Matsumoto en vooral ook bij Larre en Rochat de la Vallée uit. Allemaal met hun eigen kwaliteiten, waarvan vooral The Eight Extraordinary Meridians van het laatstgenoemde duo diepe indruk op me heeft gemaakt.
Wat mij echter vooral ook duidelijk is geworden is dat het heel moeilijk is om te beschrijven wat de wondermeridianen zijn of 'doen'.
Dan is één mogelijkheid om - zoals Pierre Sterckx ooit in een artikel in Tian Dao deed - te roepen dat wij westerlingen nooit zullen kunnen snappen hoe de Chinezen hier tegenaan kijken. Die mogelijkheid lijkt mij niet wenselijk. De wondermeridianen zijn universeel, en in onze tijd en onze cultuur zijn ze net zo levend en net zo wezenlijk als in de Chinese van 2000 jaar geleden.
Het wachten was dus op een boek dat ons westerlingen, acupuncturisten en hopelijk ook niet-acupuncturisten, in contact kan brengen met de betekenis van de wondermeridianen. Wat mij betreft is dit boek onlangs verschenen. Het heet Wondermeridianen - over de onderstromen in het landschap van ons lichaam en het is geschreven door Guus Martens, een inmiddels gepensioneerd acupuncturist. Hij is er in geslaagd om een boek te schrijven dat in ieder geval mij tijdens het lezen deed ervaren dat er een onderstroom in mijn lichaam aanwezig is, en wat daarvan de betekenis kan zijn.
Na in het eerste hoofdstuk stil te hebben gestaan bij het 'paleiswonder', het wonder van leven op aarde (zijn eigen leven en dat van al die anderen), en de verschillende krachten die hij in zijn eigen leven onderscheidt gaat de schrijver in het tweede hoofdstuk de verschillende 'paleisbewoners' of onderstromen beschrijven. Zo laat hij mensen uit zijn praktijk de revue passeren bij wie één van de paleisbewoners niet van harte meewerkt en hij beschrijft de functies van de verschillende paleisbewoners. Hij doet dat op zo'n manier dat het geen opsomming wordt om uit je hoofd te leren. Het wordt tijdens het lezen gewoon langzaam duidelijk wat er bedoeld wordt. En met duidelijk bedoel ik dan: ervaarbaar.
Wie wonen er eigenlijk in het paleis? Ik zal ze niet allemaal verklappen, dit boek moet je volgens mij namelijk gewoon zelf gaan kopen en lezen, maar de onderkoning (Du Mai), de moeder in ons (Ren Mai) en de architekte (Chong Mai) zijn de eerste drie.
De volgende - kortere - hoofdstukken bieden manieren om de paleisbewoners en daarmee het paleis - je eigen lichaam - beter te leren kennen. Op een onderzoekende manier lezend, voelend, mediterend en masserend kunnen de wondermeridianen als het ware geactiveerd worden.
Ik vind het een grootse prestatie om bij het schrijven van een boek zo contact te houden met je onderwerp en zo toegankelijk te blijven schrijven. Als ik dus een kleine kanttekening maak dan moet dat geen reden zijn om dit boek níet te lezen of aan sommige patiënten aan te raden. Mijn enige kanttekening is, dat het boek zo mooi is, dat het betoverend is. En daarmee mis ik persoonlijk de strijd, de tegenslagen, de zoektocht die in mijn ervaring en die van veel van mijn patiënten voorafgaan aan het kunnen ervaren van de onderstroom. Misschien dat de schrijver daarover in Stresspatronen, een eerder boek van hem heeft geschreven. Misschien ook niet. Denk bij het lezen van dit boek dus af en toe aan patiënten die geen contact hebben met de onderstroom, en geniet verder vooral van dit boek.
Koos van Kooten