The expressiveness of the body and the divergence of Greek and Chinese Medicine
door Shigehisa Kuriyama, New York, Zone Books, 1998/2002 ISBN 0-942299-89-2
Een vrij gangbaar idee onder acupuncturisten en andere energetisch werkenden is, dat de Westerse geneeskunde zich pas in de achttiende eeuw, met Descartes, heeft afgewend van de meer energetische, op Hippocrates en Galenus gebaseerde, geneeskunde van de Grieken en hun opvolgers. Vermoedelijk is dat ook zo. Dat neemt echter niet weg, dat er forse verschillen bestonden tussen de 'Griekse' en 'Chinese' geneeskunde, ook tweeduizend jaar geleden al. Juist door te gaan kijken naar verschillen - naast de zeker aanwezige overeenkomsten - wordt de eigenheid van de twee 'systemen' (mens- en wereldbeschouwingen zou een beter woord zijn) zichtbaar.
Dit is wat Shigehisa Kuriyama doet in The expressiveness of the body - the divergence of Greek and Chinese Medicine.
Beide tradities kenden grote waarde toe aan polsdiagnostiek. Het is dan ook verleidelijk te denken dat een Chinees en een Griek dezelfde pols voelden. Nee, zegt Kuriyama, zij voelden iets totaal verschillends: de mo van de Chinezen was volslagen anders dan de pols van de Grieken. Zij zochten namelijk iets anders. Waar voor de Griek het ritme, de duur van de verschillende fasen van de pols doorslaggevend was, zocht de Chinees contact met de stroom van de qi, welke hij via zijn vingertoppen kon waarnemen. Ritme versus stroom.
Een ander verschil is de manier waarop 'Grieken' en Chinezen naar het lichaam keken. Vergelijk de gespierde torso's van de goden van de Grieken met de schijnbaar spierloze figuren uit handleidingen voor Qi Gong en je krijgt al een gevoel dat hier een wereld van verschil tussen bestaat.
Waar de 'Grieken' (en in hun kielzog wij westerlingen) zich vooral drukmaakten en -maken over 'volheid', speelde voor de 'Chinezen' het begrip 'leegte' (xu) een belangrijke rol.
Al deze voorbeelden en nog andere worden uitgebreid beschreven, en door middel van afbeeldingen, citaten en bespiegelingen tastbaar gemaakt. Het boek leest vlot, maar het valt me op, dat ik regelmatig op een plek begon te lezen en er pas na enkele bladzijden achterkwam dat ik deze al eens had gelezen. Bij het schrijven van deze recensie merkte ik bovendien, dat het nauwelijks samen te vatten is. Wellicht zijn dit kenmerken van een goed boek (probeer de Neijing de Zhuangzi of de Daodejing eens samen te vatten...). En ik heb het nog steeds niet helemaal uit (ook dat geldt voor veel boeken waarover ik echt enthousiast ben). Ikzelf merk, dat het lezen in dit boek mij vervult met het gevoel van 'thuiskomen' dat ik ook bij de eerste acupunctuurlessen ervaarde, het weten: met dit universum wil ik de rest van mijn leven steeds meer voeling maken.
Dit boek is een aanrader voor wie van Chinese geneeskunde, filosofische en medisch-historische boeken houdt en het niet erg vindt om geen definitieve antwoorden te krijgen.
Koos van Kooten