Chinese Herbal Medicines - Comparisons and Characteristics
door Yifan Yang, uitg. Churchill Livingstone, Edinburgh enz., 2002. ISBN 0-443-07166-7
Deze keer een boek niet voor 's avonds op de bank (kan overigens wel), maar vooral voor bij de hand aan je werktafel. Een groeiend aantal N.V.A.-leden werkt met kruiden, en diegenen die daar ook een serieuze studie in hebben gevolgd zijn vertrouwd met Bensky en Gamble: Materia Medica. Enkele honderden kruiden, in de bekende categorieën gerangschikt en uitgebreid voorzien van temperatuur, smaak, meridiaantropisme, werking etc. Zeer volledig, maar heel eerlijk gezegd gebruik ik het boek maar zelden meer. Deels omdat ik al veel weet, maar vooral omdat je wel heel goed moet weten waar je moet zoeken wil je kunnen vinden wat je zoekt. Een simpele vraag als: moet ik nu Jin Yin Hua (Flos Lonicerae) gebruiken of Lian Qiao (Fructus Forsythiae) of wellicht allebei? kan ik er in ieder geval niet mee beantwoorden. Of deze: welke kruiden kun je gebruiken bij abcessen?
Yang Yifan, N.V.A.-lid en docente bij ondermeer Jing Ming en Shenzhou, heeft een boek geschreven dat enkelvoudige kruiden behandelt aan de hand van vragen en antwoorden. En het mooie is: het zijn vragen die er toe doen in de dagelijkse praktijk. Als het goed is, weet je na een voltooide kruidenopleiding en een tijdlang werken met kruiden al antwoorden op vrij veel vragen (de verschillen tussen Ren Shen en Dang Shen, of Ren Shen en Huang Qi, om maar wat te noemen). Tussen deze bekende vragen en antwoorden, die vermoedelijk ook voor iedereen net weer anders zijn, staan ook vragen waarop je het antwoord niet weet maar wel wilt weten, en vragen waaraan je niet eens gedacht had maar waarop het antwoord heel nuttig kan zijn. Wat is het verschil tussen Mu Gua (Fructus Chaenomelis) en Bai Shao Yao (Radix Paeoniae Lactiflora) bij het ontspannen van de pezen?
De indeling van het boek volgt de bekende indeling: na een inleiding over theorie en concepten komen de oppervlaktebevrijdende kruiden aan de beurt, enz. De inhoudsopgave aan het begin van het boek is één lange lijst met vragen. Ikzelf gebruik het boek dan ook als volgt: bij het opstellen of aanpassen van een formule komt er een vraag in me op, ik kijk in de inhoudsopgave bij het betreffende hoofdstuk of mijn vraag erbij staat, of dat er een vraag is die ongeveer in de richting is. Op zijn minst heb ik daarna weer wat geleerd, en vaak ben ik ook een stuk dichterbij de gewenste formule. De antwoorden zijn bondig gesteld, mijn patiënten stoort het in ieder geval niet dat ik eventjes in een boek verdiept ben.
Behalve de vragen-en-antwoorden bevat het boek ook meer dan honderd grafieken waarin de relatieve sterkte en de temperatuur van verschillende kruiden in een categorie worden weergegeven.
Bijzonder aan dit boek vind ik de originele vorm, de heldere formuleringen en de relevantie van de geleverde informatie. Ik kan me voorstellen dat iedereen die zelf Chinese kruidenformules aanpast of opstelt er veel plezier van kan hebben.
Koos van Kooten