Al te naïeve geneeskunde?
Hugo S. Verbrugh en Maud Kips: Al te naïeve geneeskunde? - Materiaal voor de vorming van een oordeel over alternatieve geneeswijzen; Uitg.: Klement, Kampen, ISBN 90 77070 36 2
'Alternatieve geneeswijzen' en 'reguliere geneeskunde' bestaan sinds jaren min of meer naast elkaar, in het gunstigste geval in welwillende onverschilligheid, in het ongunstigste geval in wederzijds verketteren. Qua theorievorming liggen ze meestal mijlenver uit elkaar.
De auteurs van "Al te naïeve geneeskunde?" proberen in hun boek vanuit allerlei hoeken naar alternatieve geneeswijzen te kijken. Hun achtergrond is een filosofische, en met name de arts Hugo S. Verbrugh houdt zich al meer dan 20 jaar bezig met de filosofie van de geneeskunde, ook van meer 'alternatieve' vormen daarvan.
Een boek als dit zou dus in principe een welkome bijdrage aan een discussie kunnen leveren.
Helaas blijft het wat mij betreft bij 'zou in principe'. Ik heb het boek helemaal gelezen, en vaak met herkenning en plezier, daar niet van. En er staan enkele interessante observaties in, wanneer het gaat over de omgang met alternatieve geneeswijzen. Enkele daarvan wil ik u niet onthouden:
Veel beoefenaars van alternatieve geneeswijzen bezondigen zich volgens de auteurs aan de 'hellingen - ceders - Libanon'-anomalie. De wat? Zoals kinderen vroeger op (ik denk met name christelijke) lagere scholen leerden, groeien er op de hellingen van de Libanon ceders. Probleem hierbij was echter, dat een kind dat opgroeit in de Nederlandse polder geen idee heeft wat hellingen zijn, van ceders alleen weet dat het bomen zijn, en de Libanon een plek is waarbij niemand zich iets kon voorstellen. Dergelijke 'pseudokennis in de vorm van lege woordvolgordes' komen we volgens de auteurs vaak tegen. Ik vermoed dat dit klopt. En volgens mij bezondigen ook acupuncturisten zich hier wel aan. Het treedt denk ik steeds op wanneer een theoretisch interessant idee voor de werkelijkheid wordt aangezien en vervolgens tot de werkelijkheid wordt verklaard. De maatschappij staat er bol van. En ik ben het helemaal met de auteurs eens, dat wanneer mensen vanuit verschillende ideeën over de werkelijkheid met elkaar communiceren dit erg lastig is.
Een mooie vind ik ook de 'cirkel van Renckens'. Volgens (de eenieder wel bekende) Renckens wordt iets nieuws dat in de geneeskunde wordt gemeld en dat de moeite waard is, vanzelf regulier. Als dat niet het geval is blijkt precies daarom dat het niet de moeite waard is en is het dus kwakzalverij, die te vuur en te zwaard dient te worden bestreden. Lastig discussiëren op die manier.
Het meest interessante vind ik persoonlijk de overwegingen over een verschuiving in mensbeeld. Paradigma's in verband met ziekte, noemen de auteurs deze. Het paradigma in vivo ziet de mens als een bijzonder deel van de hem omringende natuur, en ziet lichaam en geest als een ondeelbare eenheid. Verstoring van evenwicht in deze mens/kosmos en lichaam/geest eenheid is ziekte (ja, dit komt ons acupuncturisten heel bekend voor!). Het paradigma in vitro begint rond 1500 aan zijn opmars. Afwijkingen in organen, gevonden bij lijkopeningen worden vanaf die tijd in toenemende mate beschouwd als echte ziekte. Omdat deze organen in potten worden opgeslagen, tussen microscoopglaasjes worden bekeken en in reageerbuisjes van de biochemicus worden bekeken wordt dit het in vitro, in glas paradigma genoemd (dit is het paradigma van de huidige, reguliere geneeskunde). De auteurs zien in de nabije toekomst een derde mensbeeld opduiken, het in numero mensbeeld: nu de kleinst mogelijke eenheden bereikt zijn bij het in vitro mensbeeld "stulpt de zoekrichting om en begint nu in de dimensie van het getal". Het sofi-nummer, je genen-paspoort, de automatische verwerking van onze vingerafdrukken om alle gegevens over je te onthullen worden de toegang tot een therapie- of preventieadvies. "Het enige dat (in deze steriele, tot ver achter de komma doorgerekende beschrijving van de mens) ontbreekt is het subject, de bewoner van dat lichaam, de mens die 'ik' zegt en dit lichaam voor zijn eigen doelen wil gebruiken, die zich wel of niet lekker in zijn lijf voelt... - en om die nog een kans op toekomstig leven te geven is een herwaardering van de serieuze varianten van de alternatieve geneeswijzen van groot belang, want daar worden elementen van de geneeskunst(cursivering van mij) nog steeds in directe samenhang met de wetenschappelijke theorieën gethematiseerd." (p. 91). "Om (de) ontwikkeling naar een 'onmenselijke' geneeskunde om te buigen is een nieuwe benadering nodig waarvan de basis gevormd wordt door een nieuw gethematiseerde eenheid van lichaam, ziel en geest. Wij noemen die benadering in persona. Aanzetten daartoe zijn er al, onder andere in de serieuze takken van het alternatieve veld." (p. 110-1).
Persoonlijk had ik dáárover graag veel meer willen lezen, alleen laten de auteurs het hierbij.
Uitgebreid beschrijven ze wel verschillende takken van de alternatieve geneeskunde, eerst historisch en beschrijvend, vervolgens alsof ze in de huid stappen van een beoefenaar van deze tak en dan alsof ze vanwege de twijfels die er bij hen opgekomen zijn toch maar het lidmaatschap van de beroepsgroep op hebben gezegd. Wat mij betreft nemen ze hun eigen (uiteraard) beperkte ervaringskennis met de meeste van de besproken behandelwijzen wat te expliciet als uitgangspunt. Wanneer je beweert dat de Vijf Fasen - anders dan de vier elementen Aarde, Water, Vuur, Lucht - niet ervaarbaar zijn heb je volgens mij met de verkeerde persoon gesproken of de verkeerde vragen gesteld.
Wat mij betreft maakt dit boek vooral duidelijk, hoe belangrijk het is om te streven naar een ervaarbare verklaring voor werkzaamheid van een in althans van oorsprong op het in vivo paradigma gebaseerd behandelsysteem als acupunctuur en kruidengeneeskunde. Daarmee komt vermoedelijk het in persona paradigma dichterbij. En pogingen om een in vivo systeem in te passen in een in vitro benadering lijken mij contraproductief. Maar hiermee verlaat ik eigenlijk het terrein van de boekbespreking en kom ik in mijn eigen mening terecht.
Lezen? Ja, het boek geeft goed leesbare informatie, en maakt duidelijk waarom mensen uit verschillende disciplines elkaar maar zeer moeizaam verstaan. Nee, het boek geeft te weinig aanzetten tot een wezenlijke waardering van verschillende alternatieve geneeswijzen als een mogelijke stap in de ontwikkeling van een menselijker geneeskunde. Echter: ook een niet ideaal boek kan overdenking bevorderen, dus?
Koos van Kooten