De kracht van Woede
Er gaat vrijwel geen dag voorbij of ik vraag wel aan iemand die voor hulp bij me aanklopt: "waar ben je zo boos over?" of "wat zit je dwars?" of "waar wringt de schoen?" In de loop van de jaren is me duidelijk geworden dat dit voor veel mensen een vraag is waarvan ze het belang meteen herkennen. Toch zeggen veel mensen ook dat ze soms al jaren allerlei behandelingen en therapieën hebben gevolgd en dat niemand ze die vraag heeft gesteld (of dat lang geleden iemand die vraag heeft gesteld en dat ze die toen behendig hebben ontweken...).
Blijkbaar is woede een onderwerp waar we niet gemakkelijk over praten. Dat is jammer, want daarmee blijft een heel belangrijke bron van gezondheidsklachten buiten de aandacht. En wat misschien nog jammerder is: daarmee blijft een belangrijke energievoorraad buiten beschouwing!
Onderdrukken van woede
Zoals ik op de inleidende pagina over krachtbronnen al schreef is een veelvoorkomende strategie om met sterke en 'ongewenste' energieën om te gaan: onderdrukken van die energie. Het onderdrukken van woede en frustratie is volgens mij één van de meest voorkomende bronnen van onwelbevinden.
Aanleren van onderdrukking
Aan een jong kind wat in de supermarkt geen snoepje uit het rek mag pakken terwijl het dat heel graag wil kun je zien hoe woede eruit kan zien : stampvoeten, schoppen, slaan, schuimbekken, spugen, schreeuwen. Woede is een manier waarop energie die geblokkeerd wordt zich alsnog een weg probeert te banen: om te beginnen om alsnog gedaan te krijgen wat dus niet kan (en soms lukt dat), maar wanneer dat niet kan helpt het ook om een nieuwe richting voor die energie te vinden. Een kind wat even de gelegenheid krijgt om boos te zijn en eventueel geholpen wordt om die woede op een niet te schadelijke manier te uiten loopt over het algemeen even later opgewekt (en zonder snoep) de winkel uit en stapt op zijn fietsje om weer te gaan spelen. Dat is mooi om te zien. In veel gevallen krijgt een kind (en een volwassene) echter helemaal niet de gelegenheid om die nieuwe richting te vinden. Het krijgt bijvoorbeeld te horen dat het niet mag willen wat het wil, dat het niet zo (hebberig, egoïstisch, vul maar in) moet zijn, en als het dan toch nog boos wordt krijgt het vaak te horen dat het niet boos mag zijn (stel je voor dat mensen er wat van vinden...). En dit is dan nog een onschuldig voorbeeld. Als je in een situatie bent opgegroeid waarin er maar één boos mocht zijn (de dader) en de rest van het gezin had niets in te brengen dan leer je snel en vakkundig dat boos zijn geen zin heeft. Als je blootgesteld bent geweest aan misbruiksituaties waarin je geen kant opkon leverde boos worden niets op, en dat kán er vervolgens toe leiden dat je je woede vakkundig wegstopt. En dan zijn er nog heel veel mensen die in zeer harmonische gezinnen zijn opgegroeid waarin ze niet hebben geleerd om ruzie te maken, omdat 'we zo niet met elkaar omgaan' of omdat één van de ouders 'er zo van streek van raakt'; dat wil echter niet zeggen dat er in die gezinnen geen frustraties zijn of mensen (juist door die harmonieuze stemming?) onderhuidse woede ontwikkelen.
Het feit dat woede er niet mag zijn, terwijl hij er wel is betekent dat de energie van de woede zich op een andere manier een weg moet banen. Voor het gemak onderscheid ik vier manieren: via lichamelijke verschijnselen, via emoties, via gedachten en via gedrag. Over het algemeen komen deze tegelijk voor, maar bij de één ligt de nadruk meer op het lichaam, bij de ander op emoties, enzovoorts.
Lichamelijke verschijnselen als uitingsvorm van woede
Zeg maar: spanningsklachten in alle uitingsvormen. Huisartsen schatten dat 80% van de mensen die met klachten bij hen komen zogeheten 'functionele klachten' hebben, een mooi woord voor: spanningsklachten door wat voor oorzaak dan ook waarbij er geen 'echte ziekte' aantoonbaar is. Hoofdpijn, menstruatieklachten, buikpijn, spierspanningen, vermoeidheid zonder dat er een 'oorzaak' te vinden is, slecht slapen. In de Chinese geneeskunde (de TCM-vorm daarvan) wordt vaak de term Lever-Qi-stagnatie gebruikt, en een duidelijker vertaling daarvoor is wat mij betreft: onderdrukte woede. Lever-Qi-stagnatie is bij heel veel 'functionele klachten' een onderdeel van het Chinese ziektepatroon. Als Lever-Qi-stagnatie langer duurt onstaan er vaak ook andere klachten, omdat allerlei lichaamsfuncties minder goed gaan werken door de voortdurende spanning. Vandaar mijn stelling: onderdrukte woede speelt bij veel gezondheidsklachten een rol.
Emoties als uitingsvorm van woede
Als woede er niet mag zijn is de energie nog niet weg. Misschien zijn er andere emoties die wenselijker zijn, voor je omgeving of jezelf, en kies je in situaties waarin boos worden een kloppende reactie zou zijn automatisch voor een andere emotie . "Ik ben niet boos, ik ben verdrietig" is een gevleugelde uitdrukking. "Ik ben niet boos, ik ben bang" of zelfs: "ik ben niet boos, ik ben (kunstmatig) blij" komen ook voor. Het kan een hele klus zijn om deze voorkeursemoties los te laten en eventuele onderliggende of ook bestaande woede te gaan herkennen.
Gedachten als uitingsvorm van woede
Gedachten zijn een onuitputtelijke bron van vertekening van de werkelijkheid. Zo kun je bijvoorbeeld gedachten gaan ontwikkelen over de situatie waarover je boos bent, over jezelf of over de ander: "ik heb het er zelf naar gemaakt", "hij deed het niet expres", "ik ben een slecht kind", "mannen moeten nu eenmaal ...", "ze heeft zelf ook een moeilijke jeugd gehad", "het valt wel mee", "iedereen heeft weleens wat". Of, in een wat bozere variant: "alle mannen zijn daders", "de wereld is een plek waarin je je staande moet houden", "ik ben niet boos, de anderen zijn allemaal boos", "iedereen moet rekening met mij houden". En ga zo maar door.
Gedrag als uitingsvorm van woede
Als woede er niet mag zijn is de energie van de woede nog niet weg. Veel mensen gaan met die energie van alles doen. Nuttige dingen, bewonderenswaardige dingen, verschrikkelijke dingen, dingen waarmee ze zichzelf of anderen schade berokkenen (en soms ook niet). In het gunstigste geval kun je op die manier de energie van de woede - al is het maar onbewust - in een enigszins constructieve richting brengen: mijn vermoeden is dat Greenpeace en Milieudefensie grotendeels bevolkt (en gefinancierd) worden door mensen die boos zijn om het onrecht wat dieren en de natuur wordt aangedaan. En daar is niet zoveel mis mee, behalve dan dat dingen doen vanuit boosheid vaak (onbedoeld?) ook weer gewelddadig is. De revolutionairen van vandaag zijn vrijwel altijd de dictators van morgen en wie als kind mishandeld werd gaat - wanneer hij of zij geen helingsproces doormaakt - vaak de eigen kinderen mishandelen.
Uitleven van woede
Onderdrukken is de meest gebruikelijke vorm van omgaan met woede, in onze cultuur. Dat is niet overal zo. Vooral mannen krijgen in sommige milieu's de boodschap mee dat het juist goed is om, als je boos bent, daar iets destructiefs mee te gaan doen. Films en videospellen laten dit uitgebreid zien, en af en toe brengt iemand dan in de praktijk wat hij daar aan voorbeelden heeft gezien. In een land als Irak, en onder terroristen is het uitmoorden van anderen vanwege jouw woede schering en inslag. Meestal krijgt het slachtoffer daarvan dan ook nog de schuld: hij of zij heeft het er zelf naar gemaakt, had hij je (of je geloof, of je clan, of je eer) maar niet moeten ... (beledigen, kwetsen, vermoorden, wat dan ook). In Nederland zien we dit in minder extreme vorm bij 'randgroepjongeren', bij links- of rechtsradicalen, bij voetbalsupporters, bij afrekeningen in het criminele circuit. Het uitleven van woede als verbaal geweld heeft inmiddels ook de Tweede Kamer bereikt... En daders van huiselijk geweld (mishandeling, sexueel misbruik) die weten dat ze anderen schade doen, maar desondanks geen hulp zoeken kiezen in feite ook voor het uitleven van hun woede.
Het uitleven van woede kan overigens niet alleen maar door schoppen, slaan, moorden en verkrachten, wat allemaal Yange vormen van geweld zijn. Vormen als manipulatie, verleiding, ontkrachten zijn Yinne vormen van geweld. Zie evt. de pagina over geweld als je hier meer over wilt lezen.
De koninklijke weg: herkennen, erkennen en toe-eigenen
Als onderdrukken niet de goede weg is, en uitleven is dat ook niet, dan lijken er weinig mogelijkheden over te blijven. Veel mensen besteden dan ook zeg 95% van hun tijd aan het onderdrukken van hun woede, en leven die in de resterende 5% toch uit, omdat de druk op de ketel te hoog wordt. En zo verandert er weinig, want bij onderdrukken mag de energie er niet zijn, en na het uitleven is hij weer een tijdje weg. Iemand vertelde me hoe ontspannen haar vader vroeger was als hij weer eens flink tekeer was gegaan met mishandelen van haarzelf of haar moeder. Sommige mensen kiezen er zelfs onbewust voor om 'hun' dader uit te lokken tot hij tot ontlading overgaat, omdat dat in ieder geval duidelijker is dan de onderdrukte woede die de sfeer anders volslagen in zijn greep heeft, en daarna is er weer een tijdje rust in de tent.
Er is een andere weg, die je de koninklijke weg zou kunnen noemen, en daarin kunnen drie stappen worden onderscheiden: herkennen (van de woede), erkennen (van de woede) en toeëigenen (van de energie van de woede). Elk van die drie stappen kan lastig zijn, en vaak is het bij elk van de drie stappen zinvol wanneer je begeleiding krijgt van iemand die deze weg zelf bewust is gegaan.
Herkennen van de woede
"Ben je wel eens boos?" "Nee, boosheid is een emotie die ik niet ken." Bij zo'n antwoord spits ik altijd de oren. Werk aan de winkel, zeker als de (lichamelijke) klachten van iemand sterk in de richting van 'stagnatie van energie' wijzen. Vaak genoeg laat iemand dan overigens door kleine gebaren of opmerkingen wel degelijk blijken dat hij of zij boos is, alleen noemt hij of zij het dan bijvoorbeeld 'teleurgesteld', 'verdrietig' of verpakt dit in overtuigingen over zichzelf of anderen of de wereld ('de ander is boos, ik ben alleen verdrietig'). Soms moet iemand lachen als ik hem of haar daarop wijs en zegt iets als "ja, nou je het zegt...". Soms kijkt iemand alleen maar niet begrijpend. Het herkennen van woede kan erg lastig zijn! Het is echter absoluut nodig om verder te kunnen komen. Een manier om woede te gaan herkennen die ik vaak aan mensen aanraad is het bijhouden van een dagboekje, waarin je elke dag de momenten opschrijft waarin je je - al is het maar een beetje - geërgerd hebt aan situaties, aan gedrag van anderen, aan nieuwsberichten, aan jezelf. Vrijwel iedereen die daarmee begint is (blij, of onaangenaam, dat hangt er vanaf) verrast over de hoeveelheid momenten die dan naar voren komt: van te vroeg buitengezette vuilniszakken, via verkeerslichten die allemaal op rood staan, een collega die de kantjes ervan afloopt, je kind dat niet naar bed gaat als je dat vraagt, je moeder die drie keer op een dag opbelt, je partner die meteen begint te zeuren als je thuiskomt, die vervelende pijn in je knie die net opkomt als je wilt gaan sporten, die stomme gedachten die je maar niet uit je hoofd kunt zetten, die veeleisende klanten, die overbuurvrouw die je nooit groet, de dokter die alleen maar pillen voorschrijft. Enzovoorts. Wát precies de reden van je boosheid is in dit stadium niet zo vreselijk belangrijk, belangrijk is dát er boosheid is, en dat die zichtbaar wordt.
Erkennen van de woede
"Oké, ik ben boos, maar.... zo ben ik helemaal niet!" Letterlijk citaat. Of ietsje anders: "ik ben boos, maar zo wil ik helemaal niet zijn". Waarmee maar blijkt dat het herkennen van woede niet helemaal voldoende is. Dit is het moment waarop het verleidelijk wordt om de onderdrukkingsmechanismen ietsje aan te passen, zodat de woede weer comfortabel uit beeld verdwijnt. "Ja, ik ben een tijdlang boos geweest, maar ik weet nu dat dat niet zinvol is, ik richt me nu alleen nog maar op positieve dingen", bijvoorbeeld. Het probleem daarbij is echter dat de woede zich er helemaal niks van aantrekt of ik bedenk dat ik zo niet ben, of zo niet wil zijn. Sterker nog, als de woede niet in het volle licht mag komen wordt hij over het algemeen destructiever dan hij al was.
Het is dus belangrijk om ook te erkennen dat je boos bent. Ik ben boos, inderdaad. Kan even schrikken zijn. Mijn partner en ik hadden vroeger een relatie waarbinnen we - en dat is heel gebruikelijk - "niet boos" op elkaar waren, maar natuurlijk wel graag wilden dat de ander een beetje veranderde zodat wij ons een beetje prettiger zouden voelen. En als één van ons dan toch boos werd, had die het natuurlijk gedaan, die was dan schuldig aan het verstoren van de harmonie. Ik herinner me nog het moment dat zij tegen me zei "wat ben je boos!" en ik terugzei "ja, ik ben boos, is daar iets mis mee?". Het erkennen van mijn boosheid leverde mij, en uiteindelijk ook haar, flink wat meer bewegingsvrijheid binnen en buiten onze relatie op. Voorwaarde is natuurlijk wel dat erkenning van de boosheid niet leidt tot gelegitimeerd uitleven van de boosheid: "ik ben boos, dus kan ik hier de boel kort en klein slaan".
Toe-eigenen van de (energie van de) woede
Tja, en dan. Je herkent dat je boos bent. Je erkent dat je boos bent. Maar het is niet zo leuk, en niet zo productief, en op den duur ook nogal saai om boos te zijn.
Nu wordt het tijd om je de energie van de boosheid toe te eigenen. Als je jezelf of een ander kapot kunt maken met die energie, dan kun je er ook heel andere, heelmakender of plezieriger, dingen mee doen. Daarvoor heb je om te beginnen je lijf nodig. Een goede oefening hierbij is het gaan mobiliseren van je woede op een veilige manier. Dat kan door bijvoorbeeld op een plek in het bos met een (dode) tak op een (dode) boom te gaan inhakken, door hout te gaan hakken, door een muur te slopen, door de tuin om te gaan spitten, door een stapel oud serviesgoed stuk te gooien, door een boksbal te kopen en er tegenaan te gaan meppen onder het slaken van kreten en verwensingen. Het kan beangstigend zijn om te merken hoeveel energie daarbij loskomt. Vaak wordt ook duidelijker waartegen je woede gericht is, wat je echt niet meer pikt, en dat is een belangrijk besef: jij hoeft niet alles te laten gebeuren, er zijn grenzen! Zeker als je woede groot is, bijvoorbeeld omdat je misbruikt bent geweest, is dit een stap die je alleen moet zetten als je bereid bent om de woede die je tegenkomt onder ogen te zien en eventueel onder begeleiding. De mogelijkheid bestaat dat je anders zo schrikt dat je de woede nog verder gaat onderdrukken, en je dus verder van huis bent. Voor de meeste mensen is dit echter een prima oefening. Belangrijk is dat, wat je ook voor vorm kiest, je je er bewust van blijft dat je dit niet doet om de woede uit te leven, maar om de energie van de woede die vast heeft gezeten in beweging te zetten. Dan merk je waarschijnlijk dat je ruimer ademt, je armen en benen warmer en energieker aanvoelen en je lijf tintelender voelt.
Een volgende vraag is: waarvoor zou je die hervonden energie willen gaan gebruiken. Woede is immers vooral ergens tegen gericht, en uiteindelijk is ergens tegen zijn niet waarvoor we op aarde zijn... Dus, stel dat de energie van 'ik pik het niet meer' ook ergens voor zou zijn, wat zou dat zijn? In de praktijk is dat nooit het omgekeerde van waar je tegen bent. Vaak is het een meer algemeen antwoord als "ik wil leven!" En daarmee zet je een belangrijke stap in het toe-eigenen van de energie die eerst onderdrukte woede was.
En verder?
Je richten op wat je wilt
Door contact te houden (dat wil zeggen steeds opnieuw te maken!) met de energie die vroeger in (onderdrukte) boosheid zat zal het in de loop van de tijd ook duidelijker worden welke concrete stappen je wilt zetten. Je wordt minder geleefd door de omstandigheden, hoeft minder te 'wachten tot het beter gaat' of vooral bezig te zijn met bestrijden van wat er allemaal mis is. Wat is er echt belangrijk? En hoe ga je zorgen dat wat je echt belangrijk vindt ook gaat gebeuren? In deze fase zetten mensen vaak stappen op het gebied van hun werk, hun relaties, maar ook bijvoorbeeld door een hobby te kiezen waar ze eerder niet aan hadden gedacht of waarvan ze dachten dat het niet zou kunnen.
Gaan accepteren wat je niet kunt veranderen
En dan, helemaal aan het eind van deze pagina, komt er toch nog een alinea met de boodschap dat woede 'slecht' is. Ik hoop dat inmiddels voldoende duidelijk is dat ik dat niet vind. Maar: als je boos hebt leren zijn, en als je geleerd hebt om de energie van de boosheid in te zetten op een manier die goed is voor jou (en voor anderen) komt er een moment dat er een volgende stap nodig is. Niet alles valt te regelen, je kunt de werkelijkheid maar ten dele naar je hand zetten. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld heel lastig om te gaan accepteren dat hun (verre van ideale) ouders niet van plan zijn om toe te geven dat hun manier van doen heel pijnlijk of gewelddadig is geweest voor hun kinderen. Of (als hulpverlener) kan het heel lastig zijn om onder ogen te zien dat sommige patiënten helemaal niet beter willen worden, zelfs niet als de mogelijkheid daarvoor lijkt te bestaan. Op zulke momenten wordt het nodig om de kracht die ooit woede was (en inmiddels wilskracht, levenslust enz. is geworden) in te gaan zetten om te accepteren wat je liever héél anders zou zien. Daarmee moet je je eigen pijn onder ogen zien en accepteren. En daarmee valt de grootste bron van woede, namelijk woede tegen je eigen pijn, weg.